LOSPRIJS

Toch hebt gijzelf, tot mij gezegd,

mijn Heer, Ene:

koop jij het veld tegen de zilverprijs

en laat getuigen daar bij getuigen,-

maar de stad

is de Kasdiem in handen gegeven!

Jeremia 32: 1 – 44

…voor spitten ben ik niet sterk genoeg…

Lucas 16: 1 – 17 

In december 2007 heb ik ongeveer 1 hectare land gekocht. Het geld daarvoor had ik niet toevallig in mijn achterzak zitten, dus ik moest een lening daarvoor afsluiten. Al met al kostte dat € 40.000,-. Voor een driehoekig stuk natte en zware klei een te hoge prijs, al had ik van de koopsom een duizend euro afgedongen voor het graven van een drinkput. Meer durfde ik niet af te dingen, omdat ik wist dat de vorige eigenaar de zaak vanwege gezondheidredenen moest verkopen.

De lening kon ik afsluiten met mijn huis als onderpand; de rente van 6% was niet aftrekbaar, omdat het niet direct aan het huis was verbonden. Omdat ik geen boer was kon ik de rente ook niet van mijn bedrijf aftrekken. De volle mep zou ik moeten terugbetalen. Voor dezelfde situatie staat de profeet Jeremia. Hij moet een akker van zijn neef kopen om het veld in het familiebezit te houden. Wat zeven sikkels en tien zilverlingen in euro’s omgerekend waard is, weet ik niet. Wel dat het weggegooid geld was, omdat het leger van de Babyloniers voor de deur stond. Binnenkort zou de koning Sedekia en de andere leiders (en Jeremia) worden weggevoerd.

Inmiddels heb ik mijn hectare land ingezaaid met gras en bloemetjes, een drinkput en natuurvriendelijke oevers gegraven en houtwallen en –singels aangelegd. Met de overgang van akkerland naar grasland, daalde de grondprijs van het perceel met ongeveer € 10.000,-. Met de investering van graaf- en plantwerk, daalde de grondprijs nog eens met ruwweg € 10.000,-. Tegelijkertijd is in de afgelopen drie jaar de grondprijs van akkerland in de Zak van Zuid Beveland verdubbeld! En dat met een stijgende zeespiegel voor de deur!

Financieel handel ik dus volstrekt dwaas. Toch kies ik ervoor dat het land geen geld oplevert, maar vrucht voortbrengt. Met dat ik de natuur op mijn perceel bevoordeel en genoegen neem met minder productieve oppervlakte, daalt de geldelijke waarde ervan. Met dat ik probeer naar Gods geboden te leven, laat de ‘onrechtvaardige Mammon’ mij direct in de steek.

Wie niet slim is moet sterk zijn. Ik ben nog sterk genoeg om te spitten en met mijn handen de grond te bewerken. Ondertussen los ik de aankoopprijs af met een deel van de aftrekbare rente van het huis. Zo betaal ik het losgeld voor het land, omdat ik niet wil dat er op het land een schuld rust. Als dat zo is, wordt werken zwoegen en vrucht dragen wordt uitmergelen. Als de schuld is afbetaald, verricht ik mijn laatste financieel krankzinnige daad: ik geef het land aan de Stichting Tijden van Verademing. Daarmee is het geld verdampt en de macht van de Mammon vervliegt als de schaduw van Sauron (In de ban van de Ring – De terugkeer van de koning, J.R.R. Tolkien). Ik hoop dan maar dat mijn zoon Melle opstaat om het goede beheer over te nemen!